CD review

februari 1999 (EOOS magazine jaargang 98-99 nr. 4)

‘Tical2000: Judgement day’ van Method man en RZA as Bobby Digital’

Cover62Jawel, de Wu-Tang familie heeft wederom twee kindjes op de wereld gezet. Method Man brengt de langverwachte opvolger van zijn eersteling ‘Tical’, nu al zo’n goeie drie jaar geleden en RZA, de man die bij zowat alle Wu-Tang releases achter de knoppen zat construeerde met’Bobby Digital’ een soort soundtrack van een vooralsnog onbestaande film met hemzelf als een soort sci-fi held in een sfeer van overheidscomplotten en een hele hoop sexy bitches met AK-47’s in de pollen.

De wereld die Method Man ontspint begint op -hoe raad u het- nieuwjaar 2000; de bom valt en een soort post-apocalyptisch inferno vormt het toneel van wetteloze waanzin met een middeleeuws tintje. Johny Blaze, een van ‘s mans driehonderd pseudoniemen, geeft het plaatje met zijn karakteristieke droge stem en rake rijmpjes een eigenheid mee waarvan veel rappers enkel kunnen dromen. Een eerste enorme knaller is ‘Dangerous Grounds’ featuring ene Streetlife die u spontaan naar de volumeknop zal doen grijpen, om hem luider te zetten. Pacifisme is een woord dat u vier minuten lang uit uw vocabularium bant. Een van de vele vooroordelen tegen hip-hop is inderdaad de gewelddadigheid en het ongebreidelde sexisme. Geen greintje sexisme maar des te meer geweldenaars en marteltuigen die hier de revu passeren, alleen gevaarlijk voor mensen die moeite hebben om onderscheid te maken tussen fictie en werkelijkheid. Bijzonder tekenend is ook ‘Sweet Love’ waarin ‘the Meth’ zweert bij monogamie en de in hip-hop middens bijzonder zeldzame woorden ‘I love you much’. Voor de rest wel bijzonder expliciet dit deuntje, op ritmiek van een zeer ontspannen roffel uit de bas-regionen van uw abdominale equalizer. Metaforen uit bekende en minder bekende films en parodie€n op titels van ouwe krakers maken het geheel niet bepaald verstoken van humor en een flinke dosis zelfrelativering. Het zo goed als achterwege blijven van de meeste hip-hop cliches maken dit plaatje meer dan het pruimen waard. Het uitnodigen van een hele resem gast-rappers zorgt her en der voor de nodige afwisseling; Redman, Cappadonna, Mob Deep en D’Angelo maken hun opwachting en zelfs Janet Jackson is te horen in een boodschapje op Method Man’s antwoordapparaat. ‘Party Crasher’ is het relaas van een leuk feestje dat wederom verstoort wordt door ‘kids that carry biscuits’ die moeilijk alcohol verdragen; problemen die gelukkigerwijze inspireren tot bijzonder leuke flows en trompet-samples. ‘Snuffed out’ introduceert een gospelkoor en een fantastic boombastic breakbeat als requiem van de teloorgegane vrede in de ‘hood’.

bob-digi-coverIets minder duister is ‘Bobby Digital’ van RZA dat het wat rustiger aan doet wat betreft apocalyptische visies maar meer een knipoog is naar de goedkopere misdaadfilm uit de jaren zeventig. RZA doet in ‘unspoken word’ nog eens wat we al kenden van Wu-Tang forever; een repetitief gepitcht stemmetje op een alles in zijn pad omverwalsende beat met energieke raps; zeer geslaagd overigens. ‘Love Jones’ is een zachte pianoriedel zoals we die kennen uit pomofilms (van horen zeggen natuurlijk). De zweverigheid zelve begeleid door een xylofoon is ‘holocaust’ dat het equivalent is van een donker steegje met bijbehorend crapuul en gedeukte vuilnisemmer. Het daaropvolgende ‘terrorist’ doet nog het meest denken aan een woestijnoorlog aangewakkerd door een meedogenloos ritmische DJ en een horde uitgelaten rappers als Killarmy en Black Knights. ‘Handwriting on the Wall’ is zeer verfrissend in die zin dat dit nummer het volledig zonder ritme stelt en met verve daar de raps en een sfeervol melodieorgel voldoende staccato in zich dragen om het geheel te dragen. Ol’ Dirty Bastard doet een wel erg uit de losse pols ‘freestyle’ in ‘Kis of a Black Widow’ op een sample van Portishead. Wat mij betreft het uithangbord van deze CD, ‘My Lovin’ is Digi’ wederom meer seventies uitademend dan pumps met ingebouwd aquarium, kan niet stuk door het refrein vanwege een of andere deerne die de microfoon streelt met zijden stembanden, bijgestaan door een horde strijkers die waarschijnlijk met een tweeloop tegen het hoofd spelen alsof hun leven ervan afhangt. ‘You scream, I scream, we all want icecream’, een van de vele geniale vondsten die hier tekstgewijs te vinden zijn of nog: ‘It’s about what you know so fuck what you think’. Men neemt mij hier de woorden uit mond. Zij die meer te vinden zijn voor melodie en gigantische ‘nappyheads’ en een pooier op de hoek van elke straat met extravagante glitterbroeken zullen zich ongetwijfeld terugvinden in ‘Bobby Digital’ terwijl Method Man het meer moet hebben van vervreemding en buitenaards aandoende sfeerschetsen bij de ondergang van het avondland. Aan u de keuze…

Leave a comment

Filed under Music

Leave a comment